Halve Peer

Dit verhaal gaat over de Burgervoajer van Oeteldonk: Peer van den Muggenheuvel, ofwel de Peer. Een hele hoge functie binnen Oeteldonk dus. Daarom wordt je niet zomaar Peer; je wordt er voor gevraagd.


In 1976 overkwam dit Frans Vennix, lid van carnavalsvereniging de Oetels en perfect beheerser van de zo geroemde Oeteldonksche taal. Als extra goed lid van de Oetels vroeg hij of de vereniging zich daarmee kon verenigen. Nu hebben de Oetels Culturele Gein en Geinige Cultuur boven in hun vaandel staan. Dus kon men wat verwachten. En jawel hoor; na pittig beraad ging men accoord, zij het met de nodige mitsen en maren. Dit misten en maren werden vervat in een heus Lease-Ketrakt tussen de Oetels en de Oeteldonkse Club van 1882 (een van de overkoepelende organisaties binnen de universele Carnavalssituatie).

Van 1977 tot en met 1979 verliep alles vlekkeloos. Van 1980 tot en met 1987 helemaal niet: de Oeteldonksche Club van 1882 vergat (eufemisme voor gewoonweg niet doen) de huursom te voldoen, en de Oetels vroegen er ook niet om. Na elf jaar optimale dienstbetrachting wilde de Peer weer terug naar z'n Oetels. Toen begon de ellende: de rekening moest vereffend worden.
Overleg..., discussie..., bemiddeling.
Resultaat: nul-komma-nul.
Dan maar de rechtelijke macht erbij, en gezien de verloren tijd en daardoor ontstane tijdsdruk in de meest ideale rechtsvorm: het kort geding. De Oeteldonksche Club van 1882 kon in alle wijsheid het geheel niet volgen en wist zich geen raad. De president van de Bossche rechtbank echter wel. Bijgestaan door elf vrouwelijke griffiers was hij op 4 november 1987 zeer helder in zijn uitspraak:

 

  • Uiterlijk direct na de zitting aan de Oetels doen toekomen van één vat goed bier en twéé flessen Jägermeister.
  • De Oeteldonksche Club van 1882 zegt toe alles in het werk te stellen om voor het instituut 'Peer' de oprichting van een waardig gedenkteken te bewerkstelligen.

(Om het leed van de Oeteldonksche Club van 1882 wat te verzachten, het vonnis was daar immers loeihard aangekomen, werd op initiatief van de Oetels overeengekomen dat de Oetels voor de helft mee zouden betalen aan het gedenkteken voor de Peer.)
Aan de eerste eis werd voldaan conform de eis. Aan de tweede eis kon de gedaagde, naar eigen zeggen, niet voldoen zonder inschakeling van de Boerenparrelement (het hoogste meepraatorgaan van Oeteldonk).
Het werd Carnaval 1988..., het werd voorjaar 1988..., het werd zomer 1988..., nog steeds was niets vernomen vanuit deze democratisch ingestelde toren. De Oetels wilden wachten tot 11-11-1988 en geen minuut langer. Zoals verwacht: de brievenbus bleef leeg en de telefoon zweeg. Toen zijn de Oetels in hun eentje de overeengekomen belofte maar gaan inlossen.
En ziedaar: amper een week later wordt in de Uilenburg, een van de oudste en meest pittoreske plekjes van Den Bosch, een bronzen standbeeld van de Peer onthuld. En natuurlijk het aandeel van de Oetels: een halve Peer.
Schitterend vormgegeven door kunstenaar Ton Bruijnsters en zeer verantwoord geplaatst tegen een mooie gevelwand boven de Binnendieze, dat wonderbaarlijke riviertje onder Den Bosch.

 

Nu begreep de Oeteldonksche Club ineens waarom zij aan het lijntje gehouden was, want volgens hun verhaal wilden zij wel degelijk meewerken aan het tweede deel van het vonnis van de rechtbank-president. Zij reageerden. Maakten zij de andere helft van het beeld? Nee, onder het motto 'Hommaozie aon Peer vaan den Muggenheuvel, Burgervaojer vaan Oeteldonk sinds 1882', lieten zij Martin van Opdorp een waardig gedenkteken voor alle Peren vervaardigen. De Peer was namelijk geen persoon maar een instituut, en aangezien de kleren de Peer maken, werd hiervoor gekozen (zie Monument Instituut Peer)